
Genieten van Wouter Hamel (www.wouterhamel.nl)
Wouter Hamel heeft de stem van een Jazzgrootheid. De rillingen parradeerden door mijn lijf, op het moment dat hij een kinderlijk gitaartje tevoorschijn haalde en liet horen dat met zijn stem meer dan oneindig veel mogelijk is. Zwoel en sexy, lief en hard. Jammer was dat een tweederde deel van de bezoekers het normaal vond om daar doorheen te ouwehoeren.
Om mij heen stonden stelletjes in elkaar gevlochten. Voor stilte zijn mensen bang. Zelfs als een man met een woeste haarlok deze stilte op een zeer vindingrijke manier kleurt. De stilte zijn stilte maakt.
Op stap met een vriendinnetje. Ik ben een half uur te laat, zij neemt een vriendinnetje mee dat ik niet goed ken. Een huppelmeisje. Met een handtasje. Zij lullen door Wouter Hamel heen en ik vind dat ze op zijn minst een half uur hun mond moeten houden. Zeker tegen mij. Ik ben muziek aan het bekijken, aan het beluisteren. Ik zing in mijn hoofd mee met liedjes die ik niet ken.
Eerst wordt mij een bizarre vraag gesteld, terwijl Wouter Hamel een verhaaltje vertelt dat ik niet kan verstaan: 'Jasmijijijijn! Vind je het goed als we allemaal ons eigen drinken betalen?'
Nee dat vind ik niet goed. Ik vind dat stom en onhandig. We wonen niet in een dorp waar men Christelijk naar de centen kijkt. Dit is Amsterdam. Dit ben ik en dit ben jij. Wij doen makkelijk over dingen. Alles op een grote hoop en we kopen er drankjes van. 'Of drink je vanavond geen wodka?' De verbazing en irritatie droop op dat moment in grote getalen van mijn lichaam af. Hoezo? Als ik wodka drink mag ik mijn drankjes zelf afrekenen en als ik iets anders drink betaal jij met mijn geld? Soms begrijp ik heel weinig van mensen. En van mezelf.
Ik antwoord: 'Ja hoor, apart betalen is prima.'
Als ik spreek laat ik mooie volzinnen vaak achterwege.
Met een boos gezicht kijk ik naar Wouter Hamel die er in slaagt om zijn publiek persoonlijk te benaderen. Naast mij staan twee meisjes, waaronder mijn vriendinnetje. Ze lurken beiden aan een glas wijn. Blijkbaar hebben zij een accoordje gesloten. Ik loop naar de bar, bestel een Wodka en krijg de mededeling dat de Malboro sigaretten op zijn. 'We lopen even naar het cafe hiernaast, om sigaretten te halen. Ga je even mee?'
Wat denk je nu? Eindelijk sta ik met mijn ziel en zaligheid naar Wouter Hamel te luisteren en jij presteert het om nu te vragen of ik mee wil om lichaamsvergif van de bovenste plank te scoren?
Ik schud van nee en begin te dansen. Er staat een Rood Polootje naast mij. Het Rode Polootje heeft een semi-zwoele blik in zijn ogen en probeert als een dronken Indiaan om mij heen te dansen. Ik schuif opzij en probeer nog iets op te vangen van Wouter Hamel, die nog immer zijn talent door de zaal laat galmen. 'Zeg, hoe lang ben jij eigenlijk?' Ah! Daar hebben we hem weer. Terug van weggeweest! De beste versiertruc ooit! Stel aan het langste meisje van de avond de vraag waarop het antwoord nooit te raden valt. Ik mompel een: 'mooi he', in zijn oor.
Hij legt zijn hand op mijn middel. Ik verplaats zijn hand naar zijn eigen middel.
Een toegift, een applaus. En twee wijndrinkende meisjes die met sigaretten naast mij staan. De een wil naar huis, de ander besluit te blijven. Ze wil een man. 'Ik wil echt een man op zijn bek pakken! Nu!'
'Moet je doen, moet je doen', is mijn antwoord. Ik heb een hekel aan platte mensen. Ik heb een lange rok aan die wild in de rondte draait. Daar zijn mijn gedachten. Wie zou dat door hebben?
'Moet je doen, moet je doen', is mijn antwoord. Ik heb een hekel aan platte mensen. Ik heb een lange rok aan die wild in de rondte draait. Daar zijn mijn gedachten. Wie zou dat door hebben?
In de verte staat een jongen. Met een grijze trui en een wonderschoon gezicht. Hij danst niet, hij praat de hele avond en blikt nonchalant de zaal in. Ik besluit dat ik ooit tegen hem aan wil liggen vergezeld met een nachtelijk gesprek. Onze lichamen tegen elkaar aan. Meer niet.
Ik loop naar hem toe. 'Ik wil even tegen je zeggen dat ik je heel erg mooi vind.'
Hij incasseert en zegt: 'Dank je...' Hij glimlacht. En nog eens.
'Alsjeblieft!', zwijmel ik en loop acuut terug naar de plek waar ik later nieuwe dansmoves probeer te verzinnen. Op het podium.
Zijn ogen komen naar die van mij toe, zijn mond legt uit dat hij sinds een tijdje aan het daten is met een meisje. Ik verslik me bijna en vervolg dat het me daar helemaal niet om gaat.
'Weet je.., ik wilde gewoon tegen je zeggen hoe mooi je bent'.
Ik ben bijna 26 en zie de schoonheden van deze wereld niet over het hoofd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten